Je hebt er de afgelopen weken vast al iets van meegekregen. Het Besluit noodmaatregelen coronacrisis, waarmee je als werkgever de vaste reiskostenvergoeding onbelast mag blijven uitbetalen, is verlengd tot 1 juli 2021. De zogenoemde ‘’coronathuiswerkdagen’’ mogen hierbij als reisdagen worden aangemerkt. In tegenstelling tot eerdere berichten vervalt dit niet per 1 april.
Heb je medewerkers met een reiskostenvergoeding gebaseerd op deze 214 dagen? En werken deze nu meer thuis? Lees dan verder om te bepalen wat dit vanaf 1 juli voor jou betekent.
Een werkgever mag al sinds vele jaren een onbelaste vergoeding van € 0,19 per kilometer voor woon-werk verkeer vergoeden. Hierin wijzigt per 1 juli niets. Omdat het in de praktijk administratief lastig is om te bepalen welke medewerkers per dag op en neer rijden van woning naar werk, kent de wet een vereenvoudigde regeling:
De werkgever mag een vaste reiskostenvergoeding geven op basis van 214 reisdagen per jaar. Wanneer de medewerker minder dan 128 dagen per jaar naar zijn vaste werkplek reist, moet de vaste reiskostenvergoeding worden stopgezet. Dit is dan ook de manier waarop de meeste werkgevers de reiskostenvergoeding in hun salarispakket hebben ingericht.
De ‘’coronathuiswerkdagen’’ mogen per 1 juli niet meer als reisdagen in de berekening van de 214 reisdagen worden meegenomen. Daardoor kunnen verschillende medewerkers onder de grens van 128 dagen komen. Het is dus van belang dat er een aantal zaken inzichtelijk worden gemaakt. Hierbij kun je denken aan:
Kijk meteen of het thuiswerken invloed heeft op de vaste onkostenvergoedingen. Maken je medewerkers nog wel dezelfde onkosten of moet je hen opnieuw vragen de gemaakte kosten aannemelijk te maken?